Wesley Sneijder
Kenneth deed zijn naam en faam als Zwarte Panter eer aan toen hij het predikaat man of the match kreeg en hij sprak “dat het een prestatie van het team was en dat hij maar een radertje in een goed geoliede machine was.” Wat hadden we die geweldige uitspraken van Vermeer toch gemist in het Amsterdamse. Zijn uitstapje in Rotterdam-zuid werd hem vergeven. “Dat schouderblaadje van Lionel ging er wel in,” was het commentaar van Luis Suarez, die niet alleen zijn tanden zette in de Cup der Cups, maar ook nog eens twee treffers op zijn naam schreef. “Altijd leuk om die Neymar uit zijn tent te lokken.” De Belg Thomas Vermaelen wist van zijn voormalige ploeggenoot dat hij hem in zijn binnenzak zou hebben als hij hem het woord ‘taxa’, Portugees voor belasting, in het oor zou fluisteren. De andere Belg in Amsterdamse dienst, Jelle van Damme, was niet voor niets teruggekeerd op het oude nest vanuit Los Angeles om ook eens een succesje te mogen proeven. Want hij was weer herenigd met Vermaelen in het defensieve centrum door het technisch hart van de club De Boer/Van der Vaart/Seedorf, een driemanschap dat van deze vedetten een hechte ploeg wist te maken. Het slotwoord op deze memorabele en broeierige lentedag was voor de teruggekeerde Klaas-Jan Huntelaar die net als Suarez tweemaal doel trof. "Als meneer Blind me nu niet selecteert voor Oranje, dan kap ik ermee."