Terwijl momenteel de Davis Cup finale tussen België en Groot-Brittannië wordt gespeeld, gaan mijn gedachten uit naar de Wimbledon finale van 7 juli 1996. Het Heilige gras van Wimbledon, waar ikzelf ooit op bezoek ben geweest en mij verbaasde over het ogenschijnlijk kleine centre-court, terwijl het op de buis zo immens groot uitziet. Die finale van 1996 werd gespeeld door twee spelers die bij de bookmakers niet hoog stonden genoteerd. De Amerikaan Malivai Washington en onze eigen Richard Krajicek, die in de kwartfinale korte metten had gemaakt met Pete Sampras die de drie voorgaande Wimbledon edities op zijn naam had geschreven. Het was een saaie finale waarin Hagenaar Krajicek het duel in anderhalf uur naar zich toe trok in drie sets. Het duel was saai, maar werd wel vooraf opgeluisterd door een vrouwelijke streaker die ervoor zorgde dat Krajicek direct al zijn zenuwen kwijt was. Een andere vrouw, Daphne Deckers, partner van Krajicek, speelde eveneens een hoofdrol. Iedere keer wanneer Krajicek de ene na de andere ace sloeg, koos de regisseur van dienst voor een 'plaatje' met Daphne. Het leverde haar uiteindelijk een rol op in een Bondfilm. Krajicek won als eerste Nederlander een titel in het enkelspel. De weg ernaar toe was geen gemakkelijke. Zijn vader Petr was zijn trainer en pijnigde Richard fysiek, maar vooral ook mentaal. Het zorgde ervoor dat zijn jeugd niet optimaal verliep en hij de tennissport niet meer lief had. Richard speelde vaak op de Scheveningse Mets banen. Het was niet alleen kommer en kwel wat hij daar meemaakte. Het was een thuis voor hem. "De Mets is voor mij ook de banen waar ik ooit ballenjongen was tijdens de nationale kampioenschappen.
Richard Krajicek

Ik herinner me dat het toernooi was gesponsord door een fabrikant van kopieerapparaten. Nou, daar maakten we dankbaar gebruik van. De consumptiebonnen die we kregen, werden driftig gekopieerd. Heerlijk, patat en milkshakes in overvloed. Totdat we werden gesnapt. M'n ouders waren niet boos, ook al omdat het bij deze ene licht criminele activiteit is gebleven. Het enige dat m'n moeder zei, was dat als ik zoiets deed, ik het wel goed moest doen." Het bleek dat Krajicek ondanks de strenge opvoeding een Haags boefje was, tot groot genoegen van velen. Vooral zijn relativeringsvermogen, naast het aanwezige talent, zorgde ervoor dat hij op 7 juli 1996 de beste van de wereld was. Nadat Richard Krajicek in 1996 Wimbledon won, koos hij in plaats van een rijtour door Den Haag voor het geven van een tennisclinic in een Haagse aandachtswijk. Geraakt door het plezier van de kinderen én geschokt door de beperkte faciliteiten, kwam Richard op het idee om meer voor deze jeugd te doen. In 2001 is de eerste Krajicek Playground een feit. Vanaf dat moment volgen de multifunctionele velden elkaar in rap tempo op. Steeds met dezelfde aanpak: niet alleen aanleggen, maar juist ook intensief begeleiden. Later werd hij directeur van het ABN AMRO indoortennistoernooi, waar Krajicek door zijn grote netwerk en aangename persoonlijkheid de ene na de andere wereldtopper kon vastleggen. Richard Krajicek, één van de grootste sporters en, ik mocht hem als plaatsgenoot enkele malen interviewen, een aimabel mens. Een parel en groot ambassadeur voor de tennissport, een voorbeeld voor duizenden kids die kennismaken met het tennissen.
In Nederland willen we het braafste jongetje van de klas zijn. Dat resulteert in het volgende verbod: "Gij zult niet op sport gokken!" Er gaan in het kabinet allang stemmen op om het (sport)gokken te legaliseren, maar de besluitvorming hieromtrent wil al jaren niet vlotten. Tot nu toe is het verboden zonder vergunning, maar online sportgokken komt vaak voor op het internet en Nederlanders nemen daar ook meer dan genoeg aan deel. Men heeft nu eindelijk besloten tot een herziening van de verouderde Gokwet. Er is overleg geweest tussen de overheid, sportkoepels en wetenschappers. De bedoeling is dat de nieuwe Gokwet in 2016 in werking treedt.
Sommige voorstellen werden nu alvast in de media geslingerd en het meest lachwekkende is dat gokken op de zogenaamde sidebets is verboden. Dan hebben we het hier over beslissingen die makkelijk te manipuleren zijn, zoals wie van de twee teams het eerst ingooit, een gele of rode kaart krijgt en wie er – indien in de sport aanwezig - de toss wint. De overheid, KNVB en NOC-NSF zien dit als het "ei van Columbus" in de strijd tegen matchfixing.
Dan hebben ze niet goed geluisterd naar wetenschappers die dat onderzochten en de gokindustrie werd als verboden tak al helemaal niet geraadpleegd. Beiden zijn het er echter roerend over eens, dat dit de oplossing niet is. Het bedrag wat er op sidebets wordt gewed is een zeer klein bedrag van de totale gokmarkt, waardoor het vanwege de hoge pakkans onaantrekkelijk wordt om er een hoog bedrag op te zetten. Op de rust- en eindstanden en het aantal goals is de pakkans veel kleiner en is manipulatie dus aantrekkelijker.
Het Grand Slam Of Darts is op meerdere fronten een interessant toernooi geweest. Andy Fordham dartte voor het eerst sinds 2006 op TV. Tevens benieuwd of Raymond van Barneveld wat zou gaan presteren en Michael van Gerwen dit toernooi op zijn naam zou gaan schrijven. De Grand Slam of Darts was het enige TV-toernooi wat Van Gerwen nog nooit gewonnen had.
Fordham stond voor 2006 bekend om zijn goede darten op de Lakeside en zijn bierverslaving. Naar verluidt was hij goed voor 12,5 liter bier per dag en was hij een van de beste klanten in zijn eigen kroeg. Toen hij in 2007 de Lakeside wilde gaan spelen, bezweek zijn lever en ging hij neer. Na zijn genezing, het verkopen van zijn kroeg en het afvallen van 105 kilo, stond Fordham voor het eerst sinds bijna 9 jaar weer op een TV-toernooi. Hij deed het niet onverdienstelijk. Nadat hij van Adrian Lewis verloor met 5-3, wist hij zijn eerste TV overwinning sinds 10,5 jaar te halen. Wayne Jones moest er met 5-3 aan geloven! Het is dat hij een magistrale Michael Smith tegen kreeg, die in de eerste 2 legs 160 en 150 uitgooide. Die klap kwam Fordham niet meer te boven en hij kon ondanks het 5-2 verlies het toernooi met opgeheven hoofd verlaten.
Dat opgeheven hoofd had Van Barneveld het laatste halve seizoen zelden of nooit meer meegemaakt, want in de laatste 5 toernooien was de 1e ronde 3 keer het eindstation en de andere 2 keer haalde hij het slechts tot de 3e ronde. Ook doordat hij maar liefst 6 andere rankingtoernooien niet in actie kwam en hij een mobieltjesverslaving kreeg, waardoor Facebook, twitter en nieuwssites de focus van het trainen afhaalden, zakte hij tot de 18e plaats op de ranking. Voor dit toernooi begon Van Barneveld het allemaal weer een beetje op de rit te krijgen. De eerste partij werd makkelijk gewonnen met 5-0, Gary Anderson won slechts met 5-3 en na een partijtje vechtdarts werd het 5-3 tegen Larry Butler. In de achtste finales wachtte James Wade. Die speler werd na driekwart van de wedstrijd met zijn eigen middelen gepakt. Normaal gooit Van Barneveld in een rap tempo door en daar had Wade ook op gerekend. Maar nu ging Van Barneveld vertragen en daar kon Wade niet zo goed tegen. Zijn voorsprong verdween als sneeuw voor de zon, hij tikte op zijn horloge en Van Barneveld wist 6-4 achter naar 10-7 winst te krijgen. De kwade Wade gaf Van Barneveld daarna geen hand, wat niet echt slim van hem was. Van Barneveld was hem nu in zijn hoofd gaan zitten en daar kwam Wade niet overheen, zou hij na de verwerking van het verlies een dag later toegeven. Nadat ook Mark Webster in de kwartfinale na een zwaardere bevalling dan nodig was ook aan de zegekar was gebonden, vormde Phil Taylor in de halve finale een te grote horde voor Van Barneveld. Eindelijk weer een goed resultaat voor Van Barneveld! Hij staat nu ook alweer 14e op de ranking!

Verslag: Andre Mous
Nederland is slechts één keer vertegenwoordigd op het Olympische ijshockeytoernooi. Dat was in 1980, in Lake Placid in de Verenigde Staten van Amerika. Een prestatie die helaas nooit meer werd geëvenaard tot nu toe.
Nederland is sinds de jaren vijftig veroordeeld tot het B- en C-poule landen niveau wat Wereld Kamioenschappen betreft. Ik wil niet beweren dat wij het onderdeurtje van de ijshockeysport zijn, maar om nu te zeggen dat we met de "grote jongens" mee kunnen doen, nee dat niet!
Het succes van toen is eigenlijk het succes van begin jaren zeventig, ingezet door Canadese ijshockeyspelers die een Nederlandse achternaam bezaten en een dubbele nationaliteit hadden, zodat ze dus voor Nederland mochten uitkomen. Door deze Nederlandse-Canadezen als Ted Lenssen, John de Bruyn, Al Pluymers, Rick van Gog, Dick Decloe, Jack de Heer, Jan Janssen, Leo Koopmans, Brian de Bruijn en Chuck Huizinga kreeg de nationale ploeg de noodzakelijke kwaliteit om enigszins in het internationale ijshockey mee te tellen.
Nadat Nederland in 1978 de titel veroverd op het Wereld Kampioenschap in de C-poule, wint het verrassend in 1979 het Wereld Kampioenschap in de B-poule in Galati (Roemenië) en promoveerde daardoor naar de A-poule van de zogenaamde "grote jongens". Ik kan me dat nog redelijk goed herinneren, want ik volgde dat toernooi als 15-jarige op de radio en kan me het uitbundige verslag en de emotie van de verslaggever tijdens die laatste wedstrijd nog goed herinneren.


De 23-jarige Utrechtse Dafne Schippers maakt kans op de titel van Internationaal Atlete van het jaar. Dat maakte de internationale atletiekfederatie IAAF afgelopen maandag bekend.
Vanaf 12 november 2015 gaat de nieuwe sportzender Ziggo Sport van start. De sportzender, te zien op kanaal 14, is alleen gratis voor alle Ziggo-klanten met digitale ontvangst. Het zwaartepunt ligt op de grote evenementen in de topsport aangevuld met een wekelijkse talkshow 'Peptalk' met Jack van Gelder samen met Frank Evenblij als presentatoren en sport gerelateerde films en documentaires.